Wanneer kan een programma/app worden gebruikt op een digitaal systeem?

  • Een programma/app kan worden gebruikt op een digitaal systeem als het programma/de app kan samenwerken met het besturingssysteem van het apparaat (= compatibel zijn).

zoals

  • Enkel apps uit Play werken op een Android smartphone/tablet.
  • Enkel apps uit App Store werken op een iPhone/iPad.
  • Op een Windows PC gebruik je “Verkenner” om bestanden te beheren.
  • Op een Apple Mac gebruik je “Finder” om bestanden te beheren.


Welke soorten toepassingssoftware zijn er?

  • Offline programma’s

zoals

  • Windows Verkenner
  • MS Word,
  • Acrobat Reader
  • Avast Antivirus


  • Mobiele apps

zoals

  • WhatsApp
  • Camera
  • Weer
  • Cloudtools

zoals

  • Smartschool
  • Google Suite
  • Office 365,
  • Canva

Welke concrete taken kan je uitvoeren bij het gebruik van specifieke toepassingssoftware?

  • ELO (elektronische leeromgeving)

zoals

  • agenda raadplegen
  • berichten lezen/schrijven
  • leerstof verwerken
  • opdrachten indienen


  • Tekstverwerker

zoals

  • notities maken
  • een verslag schrijven
  • een todo-lijstje opstellen
  • Presentatiesoftware

zoals

  • een presentatie maken
  • een animatie maken
  • een visueel schema ontwerpen


  • Grafische software

zoals

  • een foto bewerken
  • een video bewerken
  • een folder ontwerpen


  • Rekenbladsoftware

zoals

  • een cijfertabel met berekeningen maken
  • cijfers voorstellen in een grafiek
  • een lijst met gegevens opstellen
  • … 


  • Game

zoals

  • een spel alleen spelen
  • een spel samen met anderen spelen


Wat wil je bereiken?
Leerlingen begrijpen dat toepassingssoftware samenwerkt met het besturingssystemen en kunnen voorbeelden geven van verschillende soorten toepassingssoftware en de taken die ze er mee kunnen uitvoeren.