Programmeren is ideaal om computationeel denken in de praktijk te brengen
Maar als het over programmeren in de klas gaat, dan gaat het gesprek al snel over twee dingen: de kennis en de middelen die nodig zijn. Als leraar moet je dan ineens ook kunnen programmeren, en er moeten natuurlijk computers zijn. Hoewel je beide dingen kunt oplossen is dat niet het doel: programmeren gaat over meer dan over middelen of programmeertalen.
In de kern is programmeren een manier van denken, het gereedschap om te begrijpen hoe je met digitale technologie kunt werken. Deze manier van kijken naar programmeren komt eigenlijk neer op “Computational Thinking”. Deze denkvaardigheid helpt niet alleen bij het werken met computers, maar helpt ook bij het doen van onderzoek, het bedenken van nieuwe ideeën, …
Programmeeractiviteiten in de klas
… is leren hoe programmeren werkt, zonder gebruik te maken van technologie. Typische voorbeelden zijn een levende robot programmeren, elkaar programmeren, robottaal leren, …
… is leren dat programmeren niet een doel is op zich, maar een vaardigheid die je in staat stelt om iets wat jij hebt bedacht ook zelf te maken. Dit kan zowel een digitale creatie zijn zoals een animatie, website, app, … alsook een niet-digitale creatie met papier of met technische materialen.
… is leren wat programmeren is door middel van het schrijven van code in (grafische) programmeeromgevingen, programmeren van micro-controllers en programmeren van robots.