Aan de hand van de onderstaande 3 controlestructuren kunnen algoritmes worden ontwikkeld voor elk willekeurig probleem.

Sequentiestructuur

  • Een sequentie is een opeenvolging van instructies, die één voor één uitgevoerd worden, in de volgorde zoals ze in het algoritme/stappenplan voorkomen.

In een algoritme voor het opruimen van de vuile kleren in de slaapkamer wordt een sequentiestructuur gebruikt om een aantal opeenvolgende handelingen uit te voeren zoals de wasmand halen, vuile kleren oprapen en in de wasmand gooien.

Herhalingsstructuur

  • De herhalingsstructuur laat toe een reeks instructies te blijven uitvoeren tot de voorwaarde resulteert in onwaar (nee) of tot het aantal vooropgestelde herhalingen bereikt is.

In een algoritme voor het opruimen van de vuile kleren in de slaapkamer wordt de herhalingsstructuur gebruikt om alle vuile kleren op te ruimen want zolang er nog vuile kleren in de slaapkamer liggen moeten deze in de wasmand worden gegooid.

Keuzestructuur

  • De keuzestructuur laat toe om volgens een opgelegde voorwaarde een welbepaalde reeks instructies uit te voeren afhankelijk of de voorwaarde resulteert in onwaar (nee) of waar (ja).

In een algoritme voor het opruimen van de vuile kleren in de slaapkamer wordt een selectiestructuur gebruikt om te achterhalen of de kamer is opgeruimd. Voorwaarde: zijn alle vuile kleren in de wasmand gegooid? Als het antwoord waar (ja) is, dan is de kamer opgeruimd en wordt de wasmand weggebracht.

Wat wil je bereiken?
Leerlingen gebruiken bij het ontwerpen van algoritmes drie basis programmeerstructuren: sequentiestructuur, herhalingsstructuur en keuzestructuur.